Betekenis opgezet zijn
ge·zet (bijvoeglijk naamwoord) 1 gezwollen: een opgezet been 2 (België) blij: opgezet zijn met iets o p·zet·ten (zette op, heeft, is opgezet) 1 overeind zetten: een tent opzetten 2 op iets zetten: het eten opzetten nl. op het vuur 3 openzetten: een grote mond opzetten brutaal zijn; een keel opzetten gaan schreeuwen 4 beginnen: een. 1) gde blij (Lo) Voorbeeld: ‘Met hoeveel lust en opgezet als ik was om de herinneringen uit mijn jeugd weer op te halen en neer te schrijven. Betekenis opgezet zijn bn., 1. gezwollen: een opgezet gelaat; een opgezette buik; 2. (Zuidn.) opgetooid, opgesmukt; vandaar oneig.: opgezet zijn met iets, er mede in zijn schik zijn; 3. (thans nog Zuidn.) iets doen met opgezette wil. met opzet, met voorbedachten rade.
Opgezet voelen betekenis
1) gde blij (Lo) Voorbeeld: ‘Met hoeveel lust en opgezet als ik was om de herinneringen uit mijn jeugd weer op te halen en neer te schrijven. ge·zet (bijvoeglijk naamwoord) 1 gezwollen: een opgezet been 2 (België) blij: opgezet zijn met iets o p·zet·ten (zette op, heeft, is opgezet) 1 overeind zetten: een tent opzetten 2 op iets zetten: het eten opzetten nl. op het vuur 3 openzetten: een grote mond opzetten brutaal zijn; een keel opzetten gaan schreeuwen 4 beginnen: een.- Opgezet voelen betekenis negatief: niet tevreden zijn, zich op zijn plaats gezet voelen afl. opgezet zijn. Ze zal er niet mee opgezet zijn, dat ik de auto gebruikt heb, maar ik heb hem op dezelfde plaats geparkeerd en ik heb bijgetankt.
Iemand opzetten betekenis
zet (de; m; meervoud: opzetten) 1 het op touw zetten van iets; de manier waarop dit gebeurt 2 o p·zet (het; o) 1 toeleg, plan, voornemen: met opzet expres; (Nederland) boze opzet, (België) kwaad opzet met de bedoeling een ander te benadelen o p·zet·ten (zette op, heeft, is opgezet) 1 overeind zetten: een tent opzetten 2 op iets. zet·ten Vervoegingen: zette op ( enkelv.) 1) laten ontstaan of neerzetten Vervoegingen: heeft opgezet ().- Iemand opzetten betekenis Iemand de hoorns opzetten betekent volgens Van Dale () 'hem ontrouw zijn' of 'zijn vrouw verleiden'. Deze zegswijze duidt dus aan dat een man bedrogen wordt door zijn vrouw (en haar minnaar). Zo'n man werd ook wel hoorndrager genoemd.
Opgezet betekenis synoniem
Woorden die (ongeveer) hetzelfde betekenen als ‘opgezet’, met toelichting en mogelijkheden om verder te zoeken. Opgezet gde blij (Lo) Voorbeeld: ‘Met hoeveel lust en opgezet als ik was om de herinneringen uit mijn jeugd weer op te halen en neer te schrijven, is het nu met weerzin dat ik het derde deel aanvat’ (Ingoyghem I 5) : Voorbeeld: ‘opgezet met’: in zijn schik met (Te, VD 2) Voorbeeld: ‘Hij voelde zich opgezet met zi. Opgezet betekenis synoniem Synoniemen en analogieën voor "opgezet" in het Nederlands, gegroepeerd op betekenis.Wat betekent opgezet zijn
ge·zet (bijvoeglijk naamwoord) 1 gezwollen: een opgezet been 2 (België) blij: opgezet zijn met iets o p·zet·ten (zette op, heeft, is opgezet) 1 overeind zetten: een tent opzetten 2 op iets zetten: het eten opzetten nl. op het vuur 3 openzetten: een grote mond opzetten brutaal zijn; een keel opzetten gaan schreeuwen 4 beginnen: een. Opgezet gde blij (Lo) Voorbeeld: ‘Met hoeveel lust en opgezet als ik was om de herinneringen uit mijn jeugd weer op te halen en neer te schrijven, is het nu met weerzin dat ik het derde deel aanvat’ (Ingoyghem I 5) : Voorbeeld: ‘opgezet met’: in zijn schik met (Te, VD 2) Voorbeeld: ‘Hij voelde zich opgezet met zi.- Wat betekent opgezet zijn (bn.) – met iets opgezet zijn, ingenomen zijn, in zijn schik, tevreden zijn met iets. - ze is mooi opgezet, ze is mooi opgemaakt, ze ziet er keurig uit zie spel. En hij eindigde in de overtreffende trap: het gaat om een gemanipuleerd en opgezet spel door CD&V, die aan laag bij de grondse oppositie doet waar de veiligheid.